Zorgstructuur 0-4 Gemeente Geldrop-Mierlo

Beschrijving zorgniveaus

In dit document worden de zorgniveaus verder uitgewerkt op de volgende aspecten:

  • omschrijving zorgniveau/ondersteuningsbehoefte
  • uitkomsten kindvolgsysteem en tool
  • mogelijk betrokken partners
  • beschrijving taken
  • rol ouders
  • communicatiestromen
  • centraal aanspreekpunt

Uitgangspunten zoals vastgesteld door de project- en stuurgroep:

  • oudergerichte benadering
  • transparantie in de samenwerking tussen projectpartners en ouders 
  • kinderen op maat optimale ontwikkelingskansen bieden
  • gelijke kansen voor alle kinderen
  • niet problematiserend, maar gericht op groei
  • zoveel mogelijk aansluitend op de reguliere setting
  • gewoon wat kan, speciaal wat moet

Zorgniveau 1a: ontwikkeling conform kalenderleeftijd (kinderen zonder VE/SMI indicatie)

Aspect

Beschrijving

Omschrijving ondersteuningsbehoefte

Ontwikkeling conform kalenderleeftijd, geen SMI/VE indicatie, geen zorgsignalen.

Regulier aanbod voor alle kinderen.

Uitkomsten kindvolgsysteem en tool

Uitkomsten kindvolgsysteem:

  • Geen bijzonderheden.

Uitkomsten oudergesprekken:

  • Geen bijzonderheden.

Mogelijk betrokken professionele partners

Pedagogisch medewerkers (zie bijlage voor toelichting terminologie)

JGZ

Beschrijving taken

Pedagogisch medewerkers:

  • Signaleren en registreren ontwikkelingsvoortgang middels kindvolgsysteem.
  • Onderhouden contact met ouders.
  • Voeren van mentorgesprekken (conform interne zorgstructuur locatie).
  • Deelname overlegmomenten met collega’s (conform interne zorgstructuur locatie).
  • Informeren laagdrempelig aanbod in de gemeente (zie sociale kaart in zorgmap).
  • Initiëren inzet overdrachtsgesprek ko-po.

JGZ (vanuit de oudercontacten op het consultatiebureau):

  • Bij reguliere bezoeken: Ouders aansporen om relevante informatie over de ontwikkeling van het kind en de gemaakte afspraken met KO te delen.
  • Bij zorgsignaal of onvoldoende beeld van een kind na een bezoek van de ouders en het kind aan het consultatiebureau: Ouders vragen informatie bij KO op te vragen en door te geven over de ontwikkeling van het kind in KO. Indien ouders het lastig vinden dit zelf te doen, hen ondersteunen en/of met hun toestemming zelf contact met KO opnemen
  • Bij gesignaleerde ontwikkelingsachterstand, aandachtspunten in de thuissituatie en/of vragen van ouders:
    1. Alsnog peuters indiceren voor VE.
    2. Extra consultaties op het consultatiebureau of thuis.
    3. Verwijzen naar/uitvoeren van niet geïndiceerd aanbod zoals bijvoorbeeld Stevig Ouderschap.

Opmerking: Kinderen die niet naar de voorschool gaan, worden wel door JGZ gezien (consultatiebureau), waar ook gesignaleerd wordt en besloten kan worden tot een indicatie VE/SMI.  Indien er een indicatie wordt afgegeven, valt een kind in zorgniveau 1B.

Opmerking: in de meeste gevallen verwijst de jeugdarts (JGZ) naar het CMD voor de besluitvorming over een SMI indicatie. Het CMD. Beleid po het gebied van SMI (inclusief het scherp stellen van kaders) dient nog verder te worden uitgewerkt.  

Rol ouders

Ouders communiceren relevante informatie van KO naar JGZ en vice versa.

Ouders zijn in grote lijnen op de hoogte van de zorgstructuur (algemene informatie over o.a. mentorgesprekken en kindvolgsysteem, vanuit een ondersteunende, niet-problematiserende houding). Indien ouders dat wensen, kunnen ze meer gedetailleerde informatie ontvangen over de zorgstructuur.

Ouders voeren periodieke gesprekken met de mentor van hun kind over zijn/haar ontwikkeling a.d.h.v. een kindvolgsysteem. De frequentie hiervan (minstens jaarlijks) is vastgelegd in de interne zorgroute/procedure.

Communicatiestromen

Pedagogisch medewerkers → uitnodigen ouders periodieke gesprekken

Centraal aanspreekpunt voor ouders en betrokken partijen [1]

Pedagogisch medewerker (mentor kind)

Overgang naar ander zorgniveau:

Wat als er zorgsignalen komen vanuit ouders, vanuit de groep en/of het kindvolgsysteem in dit niveau en besloten moet worden of er opgeschaald gaat worden naar zorgniveau 1b of 2?

Pedagogisch medewerker en/of zorgcoördinator:

  • Bij onvoldoende informatie over de ontwikkeling van een kind: observatie(s) in de groep.
  • Toepassen richtlijn voor opschaling naar zorgniveau 2 a.d.h.v. uitkomst kindvolgsysteem (KVS):
    • Op één of meer basiskenmerken zijn er signalen dat de ontwikkeling belemmerd wordt:
      • Vrij van emotionele belemmeringen
      • Nieuwgierig, ondernemend, onderzoekend
      • Zelfvertrouwen, stabiel zelfbeeld
      • Thuissituatie (kenmerk toegevoegd aan de drie basiskenmerken uit KIJK!)
    • Er is ten minste één risicofactor aanwezig (checklist risicofactoren in KIJK!):
      • Impulsiviteit
      • Oppositioneel/opstandig gedrag
      • Passiviteit
      • Slechte selectieve aandacht
      • Geringe wendbaarheid
      • Grote vermoeidheid

Indien aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het volgende met ouders besproken:

  • Herkennen ouders/pedagogisch medewerkers de zorgen?
  • Wat laat het kind thuis zien?
  • Hebben ouders nog tips of tips nodig? Van welk aanbod zouden ouders gebruik kunnen maken?
  • Welke zorgen komen naar voren vanuit het kindvolgsysteem (KIJK!)?
  • Wordt er verwacht dat er meer nodig is dan het basisaanbod in de groep?
  • Is VE een passend aanbod voor het kind? Indien ja: zorgniveau 1b
  • Is er extra aanbod in de groep nodig?

→ Indien ja, dan valt het kind in zorgniveau 2 en wordt in dit gesprek met ouders besproken welk extra aanbod er wordt gegeven (Plan van Aanpak).


[1] Uitgangspunt in de zorgstructuur is dat ouders de regie hebben in het proces. In dit document wordt over ‘Centraal Aanspreekpunt’ gesproken om aan te duiden welke professionele partner op maat een monitorende rol heeft en ouders op maat ondersteunt waar nodig.    

Zorgniveau 1b: ontwikkeling conform kalenderleeftijd (kinderen met VE/SMI indicatie)

Aspect

Beschrijving

Omschrijving ondersteuningsbehoefte

Regulier aanbod voor 1) alle kinderen met een VE indicatie die zich voldoende kunnen ontwikkelen aan de hand van het VE-aanbod zonder extra zorg of ondersteuning en 2) alle kinderen met een SMI indicatie die zich voldoende kunnen ontwikkelen zonder extra zorg of ondersteuning.

Uitkomsten kindvolgsysteem en tool

Uitkomsten kindvolgsysteem:

  • Geen bijzonderheden naast de (potentiële) taalachterstand (bij een VE-indicatie).

Uitkomsten oudergesprekken:

  • Geen bijzonderheden naast de (potentiële) taalachterstand (bij een VE-indicatie).

Mogelijk betrokken professionele partners

Pedagogisch medewerkers

JGZ

CMD Team Jeugd

Beschrijving taken

Pedagogisch medewerkers:

  • Uitvoeren VE aanbod (indien VE indicatie).
  • Signaleren en registreren ontwikkelingsvoortgang middels kindvolgsysteem.
  • Onderhouden contact met ouders.
  • Voeren mentorgesprekken (conform interne zorgstructuur locatie).
  • Deelname overlegmomenten met collega’s (conform interne zorgstructuur locatie).
  • Informeren laagdrempelig aanbod in de gemeente (zie sociale kaart in zorgmap).
  • Bewaken tijdige aanvraag herindicatie VE/SMI door ouders (ouders vragen de herindicatie meestal zelf aan).
  • Initiëren inzet consultatie SWV /overdrachtsgesprek ko-po/Vroeghulp indien van toepassing.

KO (pedagogisch medewerker of medewerker die deze taak heeft toebedeeld gekregen) en JGZ/CMD Team Jeugd:

  • Periodieke algemene evaluatie met ouders van kinderen met een VE/SMI indicatie. In principe zal de JGZ betrokken zijn bij deze evaluaties. Als er een betrokkenheid is van het CMD Team Jeugd, kan in overleg met ouders worden besloten het CMD Team Jeugd (klantadviseur) ook aan te laten sluiten.
  • Overweging tussentijds intrekken VE indicatie (alle ouders dienen geïnformeerd te worden dat dit een mogelijke uitkomst is, aangezien dit consequenties heeft voor de bekostiging van de opvang).

Opmerking: Vanuit het project wordt de volgende frequentie van evaluatiemomenten voorgesteld: na 6 weken check participatie geïndiceerde peuter, evaluatie 3 maanden na start, 6 maanden na start en vervolgens afhankelijk van ontwikkeling kind.

JGZ (vanuit de oudercontacten op het consultatiebureau):

  • Bij reguliere bezoeken: ouders aansporen om relevante informatie over de ontwikkeling van het kind en de gemaakte afspraken met KO te delen.
  • Bij zorgsignaal of onvoldoende beeld van een kind na een bezoek van de ouders en het kind aan het consultatiebureau: Ouders vragen informatie bij KO op te vragen en door te geven over de ontwikkeling van het kind in KO. Indien ouders het lastig vinden dit zelf te doen, hen ondersteunen en/of met hun toestemming zelf contact met KO opnemen
  • Bij gesignaleerde ontwikkelingsachterstand, aandachtspunten in de thuissituatie en/of vragen van ouders:
    • Extra consultaties op het consultatiebureau of thuis.
    • Verwijzen naar/uitvoeren van niet geïndiceerd aanbod zoals bijvoorbeeld Stevig Ouderschap.

Rol ouders

Ouders communiceren relevante informatie van KO naar JGZ en vice versa.

Ouders zijn in grote lijnen op de hoogte van de zorgstructuur (algemene informatie over o.a. mentorgesprekken en kindvolgsysteem, vanuit een ondersteunende, niet-problematiserende houding):

  • Uitleg over toestemming delen informatie met betrokken partners: toestemming contact JGZ voor evaluatie VE/SMI indicatie.

Indien ouders dat wensen, kunnen ze meer gedetailleerde informatie ontvangen.

Ouders voeren periodieke gesprekken met de mentor van hun kind over zijn/haar ontwikkeling a.d.h.v. een kindvolgsysteem. De frequentie (minstens jaarlijks) is vastgelegd in de interne zorgroute/procedure.

Ouders worden uitgenodigd voor de evaluatiegesprekken van de VE/SMI indicatie (of geven toestemming voor dit gesprek indien zij niet deelnemen, in dat geval ontvangen zij een terugkoppeling).

Communicatiestromen

Pedagogisch medewerkers → uitnodigen ouders periodieke gesprekken

KO  medewerker → uitnodigen JGZ/CMD Team Jeugd periodieke evaluatie VE/SMI indicatie. Dit zal veelal JGZ zijn, indien het CMD Team Jeugd betrokken is kan de betrokken CMD Team Jeugd klantadviseur worden uitgenodigd.

Centraal aanspreekpunt voor ouders en betrokken partijen

Pedagogisch medewerker (mentor kind)

Overgang naar ander zorgniveau:

Wat als er zorgsignalen komen vanuit ouders, vanuit de groep en/of het kindvolgsysteem in dit niveau en besloten moet worden of er opgeschaald gaat worden naar zorgniveau 2?

Pedagogisch medewerker en/of zorgcoördinator:

  • Bij onvoldoende informatie aanvullen met observaties in de groep:
  • Toepassen richtlijn voor opschaling naar zorgniveau 2 a.d.h.v. uitkomst kindvolgsysteem:
    • Op één of meer basiskenmerken zijn er signalen dat de ontwikkeling belemmerd wordt:
      • Vrij van emotionele belemmeringen
      • Nieuwgierig, ondernemend, onderzoekend
      • Zelfvertrouwen, stabiel zelfbeeld
      • Thuissituatie (kenmerk toegevoegd aan de drie basiskenmerken uit KIJK!)
    • Er is ten minste één risicofactor aanwezig (checklist risicofactoren in KIJK!):
      • Impulsiviteit
      • Oppositioneel/opstandig gedrag
      • Passiviteit
      • Slechte selectieve aandacht
      • Geringe wendbaarheid
      • Grote vermoeidheid

Indien aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het volgende met ouders besproken:

  • Herkennen ouders/pedagogisch medewerkers de zorgen?
  • Wat laat het kind thuis zien?
  • Hebben ouders nog tips of tips nodig? Van welk aanbod zouden ouders gebruik kunnen maken?
  • Welke zorgen komen naar voren vanuit het kindvolgsysteem (KIJK!)?
  • Wordt er verwacht dat er meer nodig is dan het basisaanbod in de groep?
  • Is er extra aanbod in de groep nodig?

→ Indien ja, dan valt het kind in zorgniveau 2 en wordt in dit gesprek met ouders besproken welk extra aanbod er wordt gegeven (Plan van Aanpak).

Zorgniveau 2: potentiële ontwikkelingsachterstand (of -voorsprong)

Aspect

Beschrijving

Omschrijving ondersteuningsbehoefte

Er is een potentiële ontwikkelingsachterstand of -voorsprong op één of meerdere ontwikkelingsgebieden geconstateerd, er   ontbreken mogelijk voorwaarden voor ontwikkeling. Extra aanbod in de groep wordt ingezet om het kind in zijn/haar ontwikkeling te versterken. Dit wordt vormgegeven d.m.v. extra aandacht, ondersteuning pedagogisch medewerkers, één op één momenten, stimulerende taakjes etc. Dit alles wordt vastgelegd in een Plan van Aanpak.

Uitkomsten kindvolgsysteem:

  • Eén of meerdere voorwaarden voor ontwikkeling ontbreken.
  • Risicofactoren aanwezig.

Uitkomsten oudergesprekken:

  • Ouders zijn op de hoogte van de ontwikkeling van hun kind in de groep en medewerkers KO zijn op de hoogte van de ontwikkeling van het kind in de thuisomgeving. Hiermee is er een beeld ontstaan van de algehele ontwikkeling van het kind op basis waarvan het Plan van Aanpak kan worden opgesteld.

Mogelijk betrokken professionele partners

Pedagogisch medewerkers

Zorgcoördinator KO

JGZ

CMD Team Jeugd

CMD Team Toegang 

Indien kind > 3 jaar: Toekomstige basisschool / Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO

Opmerking: Mogelijk zijn andere partijen betrokken. Aangezien dit casusafhankelijk is en er vele betrokkenen kunnen zijn, worden niet alle mogelijk betrokken partners in dit overzocht meegenomen.

Beschrijving taken

Pedagogisch medewerkers i.s.m. zorgcoördinator KO (afhankelijk van de interne zorgstructuur locatie):

  • Plannen overleg met ouders (en soms zorgcoördinator) om in gesprek te gaan over het extra aanbod.
  • Bepalen, uitvoeren en evalueren handelingsafspraken (wat houdt het extra aanbod in?).
  • Alles wordt vastgelegd in een Plan van Aanpak, waarin het volgende ten minste wordt opgenomen:
    • Verslag oudergesprek met een beschrijving van hoe het gaat in de thuissituatie.
    • Ontbrekende voorwaarden voor ontwikkeling (vanuit kindvolgsysteem).
    • Aanwezige risicofactoren (vanuit kindvolgsysteem).
    • Ondersteuningsmogelijkheden in de groep.
    • Eventueel uit te voeren observaties om de vraag te verhelderen en/of de voortgang te evalueren.
    • Gekozen extra aanbod, inclusief doel, duur, frequentie, uitvoerende medewerker.
    • Afspraken met ouders over evaluatie van het extra aanbod.
  • Evalueren ontwikkeling van het kind na inzet extra aanbod (in gesprek met ouders)
    • Welke ontwikkeling laat het kindvolgsysteem zien? Is er sprake van groei, stagnatie of achteruitgang? Wat zien ouders thuis?
    • Bepalen of de achterstand voldoende is ingelopen of de risico’s zijn weggenomen
    • Bepalen of het extra aanbod kan worden afgesloten (kind valt in zorgniveau 1A of 1B) of wordt verlengd (kind blijft in zorgniveau 2)
    • Indien kind>3: Is er al een contact met een basisschool? Is een overdrachtsgesprek gewenst? Of moet een Kans!overleg worden overwogen? Bij vragen contact opnemen met contactpersoon SWV (consult).

Zorgcoördinator KO (mogelijke taken):

  • Uitvoeren observaties in de groep.
  • Afstemming over VE indicatie met consultatiebureau (indien van toepassing).

Per locatie ligt vast wie bovenstaande taken op zicht neemt. Per locatie kan de taak- en rolverdeling namen verschillen. Belangrijk is dat de uitvoering van de taken vastgelegd en dus geborgd is, zodat duidelijk is wie aanspreekpunt is

KO (pedagogisch medewerker of medewerker die deze taak heeft toebedeeld gekregen) en JGZ/CMD Team Jeugd:

  • Periodiek overleg over kinderen in dit zorgniveau (inclusief kinderen met een VE/SMI indicatie), waarbij ouders ook kunnen worden uitgenodigd (per casus en met ouders deelname van ouders afwegen). In principe zal de JGZ betrokken zijn bij deze evaluaties. Als er een betrokkenheid is van het CMD Team Jeugd (in geval van SMI-indicatie), kan in overleg met ouders worden besloten het CMD Team Jeugd (klantadviseur) ook aan te laten sluiten. Alle ouders ontvangen een mondelinge of schriftelijke terugkoppeling.

Opmerking: dit overleg (structurele evaluatie kinderen in zorgniveau 2) dient nog verder te worden uitgewerkt

  • Met het oog op niet-problematiseren enerzijds en preventie anderzijds afwegen wie er aansluit bij overleg (al dan niet de zorgcoördinator).

JGZ (vanuit de oudercontacten op het consultatiebureau):

  • Bij reguliere bezoeken: Ouders aansporen om relevante informatie over de ontwikkeling van het kind en de gemaakte afspraken met KO te delen.
  • Bij gesignaleerde ontwikkelingsachterstand, aandachtspunten in de thuissituatie en/of vragen van ouders:
    • Alsnog peuters indiceren voor VE.
    • Extra consultaties op het consultatiebureau of thuis.
    • Verwijzen naar/uitvoeren van niet geïndiceerd aanbod zoals bijvoorbeeld Stevig Ouderschap.

Opmerking: dit aanbod van dit soort programma’s dient nog verder te worden uitgewerkt, zodat dit aanbod bij de organisaties bekend is.

Rol ouders

Ouders worden uitgenodigd voor een gesprek waarin het Plan van Aanpak wordt opgesteld/besproken en voor evaluatiegesprekken. Ouders worden uitvoerig  geïnformeerd over zorgstructuur en er wordt toestemming gevraagd voor het uitwisselen van informatie met partners.

Communicatiestromen

Pedagogisch medewerkers → uitnodigen ouders voor gesprek Plan van Aanpak en evaluatiegesprekken en indien gewenst de periodieke evaluatie met JGZ, op verzoek van ouders aangevuld met andere betrokkenen.

Centraal aanspreekpunt voor ouders en betrokken partijen

Pedagogisch medewerker (of zorgcoördinator KO, KO maakt hierin zelf de inschatting)

Overgang naar ander zorgniveau

Wat als uit de evaluatie blijkt dat extra aanbod in de groep onvoldoende lijkt en besloten moet worden of er opgeschaald gaat worden?

Pedagogisch medewerker en/of zorgcoördinator:

  • Toepassen richtlijn voor opschaling naar zorgniveau 3 a.d.h.v. uitkomst kindvolgsysteem (dit kan al gedaan worden voorafgaand aan het evaluatiegesprek met ouders (en JGZ) en tijdens dat gesprek besproken worden):
    • Op één of meer basiskenmerken zijn er signalen dat de ontwikkeling belemmerd wordt:
      • Vrij van emotionele belemmeringen
      • Nieuwgierig, ondernemend, onderzoekend
      • Zelfvertrouwen, stabiel zelfbeeld
      • Ontwikkelingsondersteunende thuissituatie (kenmerk toegevoegd aan de drie basiskenmerken uit KIJK!)
    • Er blijft ten minste één risicofactor aanwezig (checklist risicofactoren in KIJK!):
      • Impulsiviteit
      • Oppositioneel/opstandig gedrag
      • Passiviteit
      • Slechte selectieve aandacht
      • Geringe wendbaarheid
      • Grote vermoeidheid
    • Als er sprake is van een ontwikkelingsachterstand van ten minste vier tot zes maanden op ten minste één van de ontwikkelingsgebieden die ook in het kindvolgsysteem opgenomen zijn, waaronder in ieder geval SEO of taal, dan voldoet het kind aan de voorwaarden van zorgniveau 3:
      • SEO: omgaan met zichzelf; omgaan met anderen; zelfredzaamheid; spelontwikkeling
      • Taal: spraakontwikkeling; ontluikende geletterdheid
      • Rekenen: cognitieve ontwikkeling, ontluikende gecijferdheid
      • Lichamelijke ontwikkeling; grote motoriek; kleine motoriek; tekenontwikkeling

Mogelijke vervolgstappen als het kind voldoet aan de voorwaarden van zorgniveau 3:

  • Ouders nemen contact op met JGZ (indien gewenst ondersteund door KO: ouders en medewerker KO bellen samen of stellen een mail op) t.b.v. inzet geïndiceerd aanbod (zorgniveau 3)
  • Ouders nemen contact op met CMD Team Toegang (indien gewenst ondersteund door KO: ouders en medewerker KO bellen samen of stellen een mail op). CMD Team Toegang zal een eerste analyse van de situatie uitvoeren, waarna in samenspraak met ouders bepaald zal worden wat de vervolgstap zal zijn. Dit kan een algemeen aanbod zijn, maar mogelijk wordt besloten tot toeleiding naar CMD Team Jeugd waar uitgebreider onderzoek naar de situatie zal worden uitgevoerd, mogelijk gevolgd door een geïndiceerd aanbod (zorgniveau 3) of ondersteuning in het voorliggende veld (zorgniveau 2 blijft gehandhaafd). Mogelijk wordt/is het Plus Team betrokken in deze fase (indien er sprake is van reeds bestaande complexe problematiek).

Opmerking: samenwerking met Team Toegang en het Plus Team dient verder te worden uitgewerkt, aangezien zij (nog) niet betrokken zijn in het project ‘Zorgstructuur 0-4’.

  • Inzet Netwerk Vroeghulp (=MDO om vanuit verschillende invalshoeken te kunnen overwegen welke vervolgstap /ondersteuning het best passend is voor het kind en/of het gezin). De inzet van Vroeghulp kan leiden tot het inzetten van een geïndiceerd aanbod (zorgniveau 3).
  • Ouders nemen contact op met de huisarts (indien gewenst ondersteund door KO: ouders en medewerker KO bellen samen of stellen een mail op) t.b.v. inzet geïndiceerd aanbod (zorgniveau 3)

Indien besloten is tot de inzet van een geïndiceerd aanbod (zorgniveau 3):

Ouders bepalen in samenspraak betrokken professionals wie de persoon wordt die als Centraal Aanspreekpunt fungeert (bijvoorbeeld JGZ, CMD Team Jeugd (klantadviseur), Plus Team of medewerker van de zorgaanbieder). Deze persoon is idealiter iemand die regelmatig betrokken is bij het gezin, dit dient per casus te worden afgestemd.  

Opmerking: In de huidige situatie is - indien de klantadviseur van CMD Team Jeugd betrokken is in het proces - de klantadviseur van Team Jeugd in sommige gevallen alleen betrokken bij verwijzing naar geïndiceerd aanbod en niet bij de uitvoering en evaluatie van het aanbod. Na indicatie wordt het betreffende dossier afgesloten en is betrokkenheid als Centraal Aanspreekpunt niet het meest voor de hand liggend. In die gevallen dient te worden overwogen of een medewerker van de zorgaanbieder, een medewerker van het Plus Team (indien betrokken!) of de JGZ het Centraal Aanspreekpunt wordt (maatwerkbeslissing).

Zorgniveau 3: ontwikkelingsachterstand - inzet voorliggende veld of geïndiceerde zorg

Aspect

Beschrijving

Omschrijving ondersteuningsbehoefte

Ontwikkelingsachterstand is zichtbaar, extra aanbod in de groep is niet effectief – ontwikkeling wordt veiliggesteld vanuit inzet geïndiceerd aanbod.

Het kind kan zich met een passend aanbod naar verwachting voldoende ontwikkelen.

Vanaf dit niveau (wanneer de inzet in zorgniveau 2 onvoldoende blijkt) is er sprake van een zwaardere (of aanvullende) ondersteuningsbehoefte.

Uitkomsten kindvolgsysteem:

  • Eén of meerdere voorwaarden voor ontwikkeling ontbreken.
  • Risicofactoren blijven aanwezig.
  • Ontwikkelingsachterstand van ten minste vier tot zes maanden op ten minste één van de ontwikkelingsgebieden, waaronder in ieder geval SEO of taal.

Mogelijk betrokken professionele partners

Pedagogisch medewerkers

Zorgcoördinator KO

JGZ

CMD Team Jeugd

Zorgaanbieders  

Toekomstige basisschool / Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO

Opmerking: Mogelijk zijn andere partijen betrokken. Aangezien dit casusafhankelijk is en er vele betrokkenen kunnen zijn, worden niet alle mogelijk betrokken partners in dit overzocht meegenomen.

Beschrijving taken

Centraal Aanspreekpunt (JGZ, CMD (Team Jeugd) of andere betrokkene):

  • Analyse van de situatie en gesprek met ouders over passend vervolg: onderzoek en/of geïndiceerd aanbod.  
  • Eventuele indicatie/verwijzing opstellen / laten opstellen door bevoegde partij.
  • Opstellen ondersteuningsplan (CMD Team Jeugd, doet in iedere casus).
  • KO op de hoogte houden van de uitkomsten/voortgang proces, alleen op verzoek van ouders.
  • Op maat ondersteunen van ouders in het organiseren van het vervolgonderzoek of aanbod (de meeste ouders kunnen dit zelf, anderen hebben hier in meer of mindere mate begeleiding bij nodig).
  • Meedenken over de inzet van zorg/aanbod in overbruggingsperiode indien van toepassing.

Opmerking: Indien het kind doorverwezen wordt voor onderzoek/behandeling, bezoekt het kind nog vaak de KO. In afwachting van de uitkomsten kan zorg/aanbod in de kinderopvang tijdens die overbruggingsperiode nodig zijn. Ook kan dit nodig zijn in geval van wachtlijsten. Overwogen moet worden of het kind de KO kan blijven bezoeken en welke zorg/welk aanbod hiervoor nodig is. Als dit het geval is, wordt er een overleg gepland met ouders, KO en de betrokken organisaties.

  • Tussentijdse evaluatiegesprekken met ouders en zorgaanbieder (afhankelijk van behoefte van ouders en KO, sluit KO aan).  
  • Indien kind >3: Monitoren toeleiding naar PO met instemming/op verzoek van ouders: Is er al een contact met een basisschool? Is een overdrachtsgesprek gewenst? Of moet een Kans!overleg worden overwogen? Bij vragen contact opnemen met contactpersoon SWV (consult).

Opmerking: Indien een andere betrokken organisatie de rol van Centraal Aanspreekpunt op zich neemt, dienen soortgelijke taken als hierboven te worden uitgevoerd. Dit dient echter nog te worden uitgewerkt met die organisaties, die op dit moment nog niet betrokken zijn in dit project.

Pedagogisch medewerkers (i.s.m. Zorgcoördinator KO):

  • Met instemming van ouders deelnemen aan gesprekken met ouders/persoon die fungeert als Centraal Aanspreekpunt/eventuele andere partners.
  • Overdracht informatie inclusief Plan van Aanpak (met instemming van ouders).
  • Uitvoeren en evalueren handelingsafspraken die de groep betreffen.
  • Informatie t.b.v. overgang naar basisonderwijs:
    • Vastleggen informatie in Kindkans indien van toepassing (toekomstig registratiesysteem).

Andere partners:

  • Intern begeleider basisschool: deelnemen Kans!overleg indien van toepassing.
  • Onderzoekende instantie:
    • Ouders informeren over het onderzoek.
    • Uitvoeren van het onderzoek.
    • Rapporteren en adviseren over vervolgstappen.
    • Communiceren met ouders over de uitslag.
    • Verwijzen naar passend aanbod.
    • Met toestemming van ouders communiceren met andere betrokkenen over de uitslag.
  • Zorgaanbieder: uitvoeren geïndiceerde aanbod.

Rol ouders

Ouders nemen contact op met de geïndiceerde aanbieder, indien nodig ondersteund door de persoon die als Centraal Aanspreekpunt is aangewezen of de pedagogisch medewerker/zorgcoördinator. Er wordt een gesprek gepland tussen de betrokken partijen. Ouders nemen deel aan evaluatiegesprekken.

Ouders worden uitvoerig geïnformeerd over de zorgstructuur en er wordt toestemming gevraagd voor het uitwisselen van informatie met partners en het organiseren van een MDO (indien van toepassing).

Communicatiestromen

Centraal Aanspreekpunt / KO → uitnodigen ouders gesprek n.a.v. opschaling naar zorgniveau 3

Centraal Aanspreekpunt → overleg overbruggingszorg met KO en ouders (en mogelijk andere partners)

Centraal aanspreekpunt voor ouders en betrokken partijen

Indicerende partner (JGZ/CMD Team Jeugd) of andere betrokken professional

Overgang naar ander zorgniveau

De persoon die als Centraal Aanspreekpunt is aangewezen en ouders plannen regelmatig gesprekken (met mogelijk andere partners) ter evaluatie.

  • Als blijkt dat de geïndiceerde zorg effectief is en de achterstand van het kind is ingelopen (zorg is ook niet meer nodig), kan middels het kindvolgsysteem worden bepaald of er nog sprake is van een zwaardere ondersteuningsbehoefte (conform procedure beschreven bij zorgniveau 2) en kan worden besloten tot het afschalen naar zorgniveau 1A, 1B of 2.
  • Als blijkt dat de geïndiceerde zorg niet voldoende effectief is en de achterstand van het kind niet is ingelopen of opgelopen, kan worden besloten tot het opschalen naar zorgniveau 4. Overwogen kan worden om op dit moment een medewerker van de zorgaanbieder die het aanbod gaat uitvoeren te laten fungeren als Centraal Aanspreekpunt.

Zorgniveau 4: uitplaatsing

Aspect

Beschrijving

Omschrijving ondersteuningsbehoefte

Ontwikkeling is niet veiliggesteld vanuit inzet voorliggende veld of via geïndiceerde zorg.

Het kind kan zich met extra zorg naar verwachting niet voldoende ontwikkelen op de kinderopvanglocatie.

Het kind heeft gespecialiseerde ondersteuning nodig.

Er is sprake van een zwaardere ondersteuningsbehoefte.

Uitkomsten kindvolgsysteem:

  • Eén of meerdere voorwaarden voor ontwikkeling ontbreken.
  • Risicofactoren blijven aanwezig.
  • Ontwikkelingsachterstand van ten minste vier tot zes maanden op ten minste één van de ontwikkelingsgebieden, waaronder in ieder geval SEO of taal.

Mogelijk betrokken professionele partners

JGZ

CMD (Team Jeugd)

Pedagogisch medewerkers

Zorgcoördinator KO

Zorgaanbieder

Toekomstige basisschool / Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO

Opmerking: Mogelijk zijn andere partijen betrokken. Aangezien dit casusafhankelijk is en er vele betrokkenen kunnen zijn, worden niet alle mogelijk betrokken partners in dit overzocht meegenomen.

Beschrijving taken

Centraal Aanspreekpunt (Zorgaanbieder, JGZ, CMD (Team Jeugd) of andere betrokkene):

  • Gesprek met ouders (en KO) over passende plaatsing.
  • Eventuele indicatie/verwijzing opstellen.
  • KO op de hoogte houden van de uitkomsten/voortgang proces indien terugplaatsing in de toekomst tot de mogelijkheden behoort.
  • Op maat ondersteunen van ouders in het organiseren van het vervolgaanbod (de meeste ouders kunnen dit zelf, anderen hebben hier in meer of mindere mate begeleiding bij nodig).
  • Zorg/aanbod in overbruggingsperiode organiseren indien van toepassing.
  • Tussentijdse oudergesprekken (afhankelijk van behoefte van ouders, eventueel met multidisciplinair team).
  • Indien kind >3: Monitoren toeleiding naar PO met instemming/op verzoek van ouders: Is er al een contact met een basisschool? Is een overdrachtsgesprek gewenst? Of moet een Kans!overleg worden overwogen? Bij vragen contact opnemen met contactpersoon SWV (consult).   

Pedagogisch medewerkers (i.s.m. Zorgcoördinator KO):

  • Overleg met ouders, Centraal Aanspreekpunt en eventuele andere betrokkenen over overbruggingsperiode (indien van toepassing).
  • Uitvoeren en evalueren handelingsafspraken in geval van overbruggingsperiode tot passend aanbod buiten de kinderopvang.

Andere partners:

  • Zorgaanbieder:
    • Uitvoeren passend aanbod.
    • Informatie t.b.v. overgang naar basisonderwijs:
      • Vastleggen informatie in Kindkans indien van toepassing (toekomstig registratiesysteem).

Rol ouders

Ouders worden uitgenodigd voor een gesprek als er sprake is van opschaling naar zorgniveau 4 door de persoon die de professionele regie heeft. Ouders worden uitvoerig  geïnformeerd en betrokken in het proces van het vinden van een passende plek.

Communicatiestromen

Zorgaanbieder bepaalt communicatiestromen

In geval van overbruggingszorg voorafgaand aan plaatsing:

Centraal Aanspreekpunt (uitvoerder overbruggingszorg) → overleg/evaluatie overbruggingszorg met KO en ouders (en mogelijk andere partners)

Centraal aanspreekpunt

Zorgaanbieder, JGZ, CMD (Team Jeugd) of andere betrokkene