Participatie aanpak

Wanneer uw initiatief past binnen het bestemmingsplan kunt u daarna van start gaan met het informeren en betrekken van de omgeving (participatie). Wanneer uw initiatief afwijkt van het bestemmingsplan dan start u de participatie niet voordat de gemeente zich heeft uitgelaten over de wenselijkheid en globale haalbaarheid van uw initiatief. 

Na het invullen van de impactmeter, weet u hoeveel impact uw initiatief heeft op de omgeving. Heeft uw initiatief veel impact dan is een uitgebreider participatietraject nodig. U betrekt meer mensen en onderneemt meer actie om mensen te informeren. Zorgt u daarbij voor een goede afspiegeling van de belanghebbenden. Het is belangrijk dat u betrokkenen duidelijk maakt of en welke ruimte er nog is voor aanpassingen aan uw plan. 

Is die ruimte er niet, dan informeert u hen alleen (meeweten). Ziet u die ruimte wel, dan kunt u vragen naar de mening van belanghebbenden (meedenken) en/of vragen om suggesties/adviezen voor uw initiatief (meewerken aan het plan). Mogelijk wilt u echt samen met belanghebbenden het plan of delen daarvan ontwikkelen, dan kan er ook ruimte zijn voor een gezamenlijk besluit (meebeslissen). 

Na afloop van een bijeenkomst en/of gesprek legt u de uitkomsten vast in het participatielogboek. Hierin wordt de volgende informatie gegeven: 

  • wie betrokken zijn geweest en wat hun rol is geweest;
  • wat de mening, ideeën en bezwaren van belanghebbenden zijn; 
  • hoe u daarmee rekening houdt bij de verdere ontwikkeling

Zodra u de gemeente om een vergunning vraagt, dient dit participatielogboek tezamen met het verslag(en) van de participatie-bijeenkomst(en) en het formulier met handtekeningen naar de gemeente gestuurd te worden. Klik <hier> voor het participatielogboek en <hier> voor het formulier voor de handtekeningen. [GG1] 

De gemeente beoordeelt of het participatietraject zorgvuldig is uitgevoerd. Het gaat erom dat u laat zien dat er zoveel mogelijk rekening is gehouden met de omgeving. Daarbij hoeven partijen het niet altijd met elkaar eens te worden. De gemeente wil echter wel de informatie hierover. Die heeft zij nodig voor een beoordeling. De gemeente moet haar besluiten namelijk motiveren en daarbij alle relevante belangen afwegen (Algemene Wet Bestuursrecht). Naarmate uw plan meer gevolgen voor de omgeving heeft, zijn er meer belangen bij betrokken.

Wanneer de gemeente van oordeel is, dat zij toch nog gegevens mist, dan kan zij bijvoorbeeld aan u vragen om belanghebbenden extra te raadplegen of ze start een eigen zienswijze procedure op. Dit alles heeft vaak consequenties voor de termijn van de vergunningsaanvraag.

Is de participatie goed doorlopen en zijn de bijbehorende stukken positief beoordeeld, dan gaat de gemeente over tot verlening van een omgevingsvergunning voor uw initiatief. 

Wilt u alle informatie over het participatietraject in een overzicht lezen? Neem dan eens een kijkje in de ‘Leidraad Participatie bij ruimtelijke initiatieven in de gemeente Geldrop-Mierlo

Heeft u vragen of wenst u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met Rosalie de Bont tel.  (0)40 289 38 93.