“Mantelzorger, durf hulp in te roepen”
Voor mensen met dementie is behoorlijk wat ondersteuning beschikbaar. Dat betekent niet dat mantelzorgers alle werk en zorg uit handen wordt genomen. Mantelzorg bieden is zwaar, aldus drie dames die uit ervaring spreken. “Wil je het kunnen volhouden, roep dan hulp in.”
Rond de keukentafel van een woning aan de Koninginnestraat zitten drie dames die ruime ervaring hebben met (mantel)zorg. Allereerst Bethul Verhoeven en haar moeder Maxime. Bethul verzorgt mensen met dementie bij Anna Ouderenzorg. Haar moeder is weduwe van Jan Verhoeven, die drie jaar geleden overleed en dementie had. Michon van Tuijl werkt als cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar en groeide op in een gezin waar mantelzorg vanzelfsprekend was. Ze kent Bethul en haar moeder al jaren.
Opstandig
De vader van Bethul overleed na vijf jaar te hebben geleefd met dementie. Bethul: “Nu het wat langer geleden is, ga je er wat positiever over denken maar het was destijds niet makkelijk. Mijn vader werd steeds wantrouwender en opstandiger. Soms werd hij ook fysiek; hij heeft ooit uit boosheid een bloempot naar mijn vriend gegooid. Soms verandert het karakter en het gedrag van mensen met dementie. Daar kunnen ze niks aan doen en het maakt het ingewikkeld om mantelzorg te bieden.”
Haar moeder beaamt dat. “Vooral in het begin was het erg wennen. Ik verwachtte nog allerlei dingen van Jan, maar die kon hij niet meer. Als mantelzorger moet je jezelf wegcijferen en jezelf voortdurend voorhouden: hij kan er niks aan doen. Je hebt eigenlijk geen eigen leven meer. Alleen als Bethul, Buurtzorg of de dagbesteding de zorg even van me overnam, kon ik even weg of tuinieren. Dat is mijn grote hobby.”
Geen rust
Mantelzorg verlenen is zwaar, zeker op het laatst. Maxime: ‘Als iemand helemaal van jou afhankelijk is, kom je nergens meer aan toe. ’s Nachts zijn ze vaak op, dus je krijgt zelf geen rust meer. Het is voortdurend opletten en de boel in de gaten houden. Gelukkig was er af en toe iemand die me afloste en de dagbesteding van Anna Ouderenzorg, zodat ik iets voor mezelf kon doen.” Michon herkent dat. “Denk niet dat je alles zelf kunt of moet doen. Dan maak je het heel moeilijk voor jezelf. Durf hulp in te roepen. Dat heeft mijn moeder ook gedaan. Mijn vader woont sinds een paar jaar in een instelling. Hij is nog steeds onrustig en wil eigenlijk altijd weg. Hij is wantrouwend geworden en is opstandig.”
Tot honderd tellen
Maxime heeft tips voor iedereen die mantelzorg verleent. “Niet boos worden. Tel tot honderd. Mensen met dementie kunnen het niet helpen dat ze opstandig zijn. Verwacht niks meer van je partner, bijvoorbeeld in de hulp van dankbaarheid of steun.” Michon voelt zich een beetje schuldig. “Mijn vader woont in Nistelrode. Ik bezoek hem te weinig. Ik heb zelf een jong gezin en ik vind het ook best confronterend om hem zo te zien.” Bethul: “Sommige mensen die bij ons wonen krijgen nog minder bezoek, terwijl hun familie vlakbij woont. Het is heel begrijpelijk. Het gaat mensen aan het hart als hun dierbare beetje bij beetje van hen vervreemdt.”
Dit is aflevering 8 in een serie van 9 artikelen over dementievriendelijk Geldrop-Mierlo. In de volgende en laatste aflevering vertelt zorgtrajectbegeleider Ine Delahaye wat zij en haar collega’s kunnen betekenen voor mensen met dementie en hun mantelzorgers.